voor veel mensen komt op een gegeven moment het punt dat ze toch graag wel eens willen proberen te kweken met hun luipaardgekko’s. Dit is op zich heel erg goed te doen, maar het is wel belangrijk dat je van tevoren op de hoogte bent van de gang van zaken en de mogelijke problemen. Zo kom je tijdens het kweekseizoen niet voor verassingen te staan, en hoef je niet pas op het aller laatste moment, als de eieren al uit komen nog eens uit te zoeken hoe je eigenlijk voor de jongen moet zorgen. Want dan ben je namelijk te laat.
Om te beginnen
Het kweken op zich met luipaardgekko’s is niet echt moeilijk. Het is niet voor niks dat veel mensen zeggen dat het moeilijker is om niet met ze te kweken, dan wel. Toch is het daarnaast wel belangrijk dat je een aantal basis vaardigheden hebt. Zoals het sexen van je dieren. Je moet namelijk wel weten wat mannetjes zijn, en wat vrouwtjes. In een bak kun je maximaal 1 mannetje huisvesten. Als je er meerdere bij elkaar zet zullen ze gaan vechten, soms tot de dood erop volgt. Hoeveel vrouwen je in de bak kwijt kunt hangt een beetje van de grote van de bak af. Je kunt in principe variëren van 1 tot 8 vrouwen per man, mits je bak daar voldoende groot voor is.
Geslachtsonderscheid
Het geslachtsonderscheid tussen volwassen mannen en vrouwen is niet erg moeilijk te zien. Volwassen mannen hebben duidelijk ballen onder hun staart hangen, die bij vrouwen compleet ontbreken. Ook hebben de meeste mannen duidelijk vergrote anale poriën. Deze zitten in een V-vorm op de onderbuik. Bij vrouwen zijn deze vaak niet of sterk verkleint aanwezig. Een derde punt is de vorm van de staart. Bij mannen is de staartaanzet veel breder dan bij vrouwen.
Goed sexen van luipaardgekko’s kan ongeveer vanaf 4 maanden. Iemand met veel ervaring kan het vaak al wel eerder zien. Toch gebeurd het ook wel eens dat je er laatbloeiers tussen hebt zitten en dat mannen bijvoorbeeld pas na 8 maanden ballen krijgen….
Geschikte leeftijd
De leeftijd van de man is bij de kweek een stuk minder belangrijk dan de leeftijd van de vrouw. Voor de man kost het kweekseizoen lang niet zoveel energie als voor het vrouwtje. Voor de kweek kun je dus best een jong mannetje gebruiken, zolang het verschil in grote maar niet te groot is tussen de dieren.
Voor het vrouwtje is de grote een stuk belangrijker. Kies voor vrouwtjes die minimaal 1 jaar oud zijn, en liefst nog even wat ouder. Daarnaast is het heel erg belangrijk dat deze vrouwtjes goed op gewicht zijn en het juiste formaat hebben. Te kleine dieren kun je beter helemaal niet mee kweken. De vrouwtjes moeten minimaal 40 gram wegen, 45 is beter.
Belang van winterslaap
Voor de meeste reptielen vormt de winterslaap een essentieel onderdeel van de cyclus en in veel gevallen zullen deze reptielen ook niet paren als ze geen winterslaap hebben gehad, of tenminste geen bevruchte eieren voortbrengen.
Voor luipaardgekko’s geld dit niet perse. Voor de kweek is het niet perse noodzakelijk om de dieren in winterslaap te doen. Ook zonder winterslaap zullen ze gewoon kweken. Wel is het heel erg sterk aan te raden om kweekdieren elk jaar in winterslaap te doen. Voor het vrouwtje is dit een punt van rust na een zware belasting op het lichaam en een goede kans om weer helemaal te herstellen. Van het mannetje verbetert de kwaliteit van het sperma na een goede winterslaap.
Broedstoof
Voor het daadwerkelijk uitbroeden van de eieren zijn er allerlei verschillende dingen te bedenken. De meeste mensen gebruiken hiervoor een broedstoof. Je hebt broedstoven in allerlei varianten. De grootste indeling valt te doen op twee verschillende methodes namelijk de natte broedstoof ( au bain marie ) of de droge broedstoof.
Luipaardgekko eieren kunnen volgend beide methodes worden uitgebroed. In een natte broedstoof moet er voornamelijk op gelet worden dat er geen water op de eieren druppelt en dat het substraat niet te nat wordt. Bij een droge broedstoof moet er dan juist weer op gelet worden dat het substraat niet teveel uitdroogt.
Natte broedstoof – Een natte broedstoof is gemakkelijk en goedkoop zelf te maken of goedkoop aan te schaffen. Het berust op een erg simpele procedure. Onder in de broedstoof wordt een laag(je) water gezet welke wordt verwarmd middels een thermostaat. Het warme water geeft warmte af aan de omgeving, en condens verspreidt zich door de broedstoof. Door de eieren in een bakje op een rekje boven het water te plaatsen is de luchtvochtigheid goed, en is er een goede temperatuur in de broedstoof. Het enige probleem met deze broedstoven is dat je er heel erg voor moet uitkijken dat de jongen niet in het water terechtkunnen komen, plus dat de broedstoof ook makkelijk te nat kan worden.
Jeager Broedstoof |
Eieren in het terrarium uitbroeden |
Droge broedstoof – Zoals reeds vermoed wordt gebruikt deze broedstoof geen water om de broedstoof te verwarmen. De stoof wordt verwarmd middels een verwarmingselement. De meeste professionele broedstoven maken gebruik van deze methode. Het nadeel is dat deze broedstoven vaak erg duur in aanschaf zijn. Een groot voordeel is dat je niet hoeft te zeulen met water ( wat aan het einde van het legseizoen vol met bacteriën zit) Met een droge broedstoof kan over het algemeen een veel nauwkeurigere temperatuur worden bereikt. De bekende Jaeger broedstoof garandeert dat de temperatuurschommeling niet groter is dan 0.5 graden.
Vooraf belangrijk
Voordat je besluit te gaan kweken met luipaardgekko’s is het belangrijk om je af te vragen of het voor jou wel geschikt is. Elk jaar worden er letterlijk duizenden luipaardgekko’s gekweekt. Het is dus niet altijd even makkelijk om van de jongen af te komen. Heb jij de ruimte en het geld om nakweek langere periode te huisvesten en te onderhouden?
Hoe meer nakweek je hebt zitten, hoe duurder het is. Je bent extra kosten kwijt voor de voeding, en ook de verwarming van al die extra bakken kost geld. In veel gevallen is het verkopen van de nakweek zelf niet voldoende om al die kosten te dekken. Vooral als je je voedseldieren in een winkel koopt, ben je al snel veel geld kwijt.